Categorieën
Verhalen

Mijn honden en hun baas

Sammie is een mix tussen Bouvier en Labrador. Het is een grote, zwarte hond die zo op het eerste gezicht ontzag inboezemt. Toen ik hem voor het eerst ontmoette schrok ik van zijn omvang en kracht en was tegelijk gecharmeerd van zijn ontwapenende verschijning. Sammie woont nu al bijna vijf jaar bij mij. Hij heeft weinig nodig om gelukkig te zijn en schikt zich altijd naar de omstandigheden. Hij houdt ervan als de dagen volgens eenzelfde ritme verlopen. Zo weet hij precies wanneer het zijn tijd is om te eten en wacht dat moment geduldig af, liggend met zijn hoofd op de drempel tot hij als laatste in de roedel van eten wordt voorzien. Sammie meldt zich zo nu en dan met zijn grote lompe kop op mijn schoot om even achter zijn oor gekriebeld te worden. Het is een hond die niet veel woorden nodig heeft om te weten wat de bedoeling is en verzoeken willigt hij doorgaans per omgaande in. Sammie draagt zoiets vaags als een oude ziel in zich.

Puk is van oorsprong een boerenfox. We hebben haar opgehaald als laatste pup uit een boerennest en kregen korting omdat ze wat ‘vlekjes’ had. Geen van die vlekjes wonnen het van de liefde op het eerste gezicht en het ongeduld van mijn dochter. Puk paste op een hand en kotste op de eerste rit, trillend van angst, de hele auto onder. Nu, na twee jaar is het nog steeds een hondje van puppy formaat met een stevige underbite en uitpuilende schele ogen. Ze draagt ’s winters een zwart, wollen truitje om het voortdurende trillen te verminderen. Kleine Puk is altijd alert. De oren draaien zich naar ieder geluid en zij weet welke voetstappen bij welke bewoner horen. Puk heeft inbrekers verjaagd en kent de mazen in de wet en in de heg. Zij weet over een groot aantal kilometers ongeschonden de huizen van vrienden te bereiken en kent onderweg alle foerageerplaatsen op haar duimpje. Puk wekt medelijden op en weet daar behendig gebruik van te maken. Ze heeft energie voor nog wel tien levens.

In de dagelijkse wandelingen filosofeer ik sinds jaar en dag over de kwestie waarom ik nu juist deze honden heb en waarom het twee zulke verschillende moesten zijn. Laten we er eens van uit gaan dat honden op hun baas lijken. Dat zou dat in mijn geval betekenen dat één hond niet genoeg was om het hele spectrum te beslaan. Met twee klopt het veel beter, in mij zitten er eigenlijk ook een beetje twee.