Categorieën
De Stentor Interviews

‘Ik ga straks samen met mijn zoon en vader een krans leggen.’

[h5]Portret van twee bezoekers bij de dodenherdenking in Deventer[/h5]

Deventer – Bij het Indiëmonument De wachtende moeder is de 64-jarige Canadees Dave Paisley een van de 120 aanwezigen. Hij heeft vanuit praktische overwegingen voor deze herdenkplek gekozen. Samen met zijn vader, veteraan Ted en zijn zoon Mitch zal hij even na achten een krans leggen bij het monument op de Grote Kerkhof. Vanaf deze plek hoeven ze niet zover te lopen.

Dave moet een beetje huilen als hij vertelt over zijn vader die als 16-jarige naar Europa ging om te vechten. ‘Hij moest wachten tot zijn achttiende voordat hij mee mocht doen. Uiteindelijk was hij er wel bij op D-Day in Normandië. Zijn strijd is een deel geworden van wie hij is en daardoor ook een deel van mij.’ Kleinzoon Mitch vindt het geweldig dat hij getuige is van deze herdenking, samen met zijn vader en opa. ‘Ik studeer geschiedenis en begrijp de oorlog een beetje. Opa Ted heeft het allemaal zelf meegemaakt. Dat is echt indrukwekkend.’ Na de herdenking bij het Indiëmonument duwt Dave zijn 86-jarige vader in de rolstoel naar de Grote Kerkhof. Op naar de kranslegging.

Tim Bonte: ‘Ik ga volgend jaar naar het Etty Hillesum Lyceum.’
‘Ik ken haar naam wel en ik weet waar ze heeft gewoond maar verder weet ik eigenlijk niet zoveel over haar.’ Dat was precies de reden waarom de ouders van Tim en Gijs Bonte de jongens meenamen naar de herdenking aan de IJssel, bij het Etty Hillesummonument Het Verstoorde Leven. Rond zeven uur hebben zich naast de familie Bonte nog vijftig mensen verzameld die luisteren naar verhalen over Hillesum. De spreekster citeert de schrijfster: ‘Vrede begint bij jezelf. We moeten het alleen in onszelf zoeken, nergens anders.’ Vader Bonte: ‘Je hoort de naam Etty Hillesum vaak maar het is ons niet zo duidelijk welke betekenis ze heeft gehad. Omdat Tim volgend jaar naar de middelbare school gaat, vonden we het een goed idee om vanavond hier te herdenken.’ Tim kan zich geen voorstelling maken van oorlog en bevrijding. ‘Vandaag en morgen praten we thuis over de oorlog maar ik weet niet hoe het is om geen eten te hebben. Wel weet ik dat we straks twee minuten stil moeten zijn om aan de mensen te denken die in de oorlog zijn doodgegaan.’