Categorieën
De Stentor Interviews Journalistiek

Springen tot je erbij neervalt

[h5]71-jarige maakt 1500e parachutesprong boven geboortegrond[/h5]

Teuge – Na vijftig jaar in Nieuw Zeeland kan Hank Spijkerbosch niet meer op het Nederlandse woord ‘reserveparachute’ komen. Vandaag maakt de 71-jarige zijn 1500e sprong tijdens de wereldkampioenschappen parachutespringen voor 40 jaar en ouder in Teuge.  Daarna gaat hij weer snel terug naar zijn huis in Rotoaua op het noordereiland van Nieuw Zeeland. Daar moeten de bomen op zijn 17 hectare land nodig gesnoeid worden en wachten de paling en forel in de rivier om gevangen te worden.  Vrijheid, daar draait het om bij Hank. Daarom woont hij aan de andere kant van de wereld,  springt hij uit vliegtuigen en logeert hij niet bij zijn broer in De Kar maar in een hotel. ‘Ik moet ‘my own way’ kunnen gaan.’

Drie broers waren al aan het werk als houthakker in de Nieuw Zeelandse bossen toen Hank hen in 1961 achterna reisde. De naoorlogse overheid gaf emigranten geld om ver weg een nieuw bestaan op te bouwen.  Naast het hakken van bomen werkte Hank als timmerman en bouwde hij tot zijn 65e aan dammen en tunnels. Van de 12 kinderen uit het gezin Spijkerbosch bleven er uiteindelijk maar twee in Nederland wonen. ‘Nederlanders praten veel, maar ik ben een Nieuw Zeelander geworden, wij werken.’

In 1967 maakte Hank zijn eerste parachutesprong. ‘Ik vond het zo geweldig dat ik direct nog een keer de lucht in ging.’  Die tweede sprong werd hem bijna fataal. Zijn parachute bleef hangen en Hank kwam aan de reserveparachute in een meer terecht. ‘Ik moest droge kleren aantrekken en direct weer het vliegtuig in anders was ik nooit bij deze sport gebleven.’

Hank bleef springen, minstens een keer per maand. ‘Ik doe altijd mijn ogen dicht als ik met het vliegtuig naar boven ga, tot het groene licht gaat branden en we naar buiten mogen, dat is het beste moment. Dan ga je met 130 kilometer per uur naar beneden of iets langzamer als je je groot maakt.’  Hank sprong drie keer eerder in Nederland. ‘Een keer hadden we bedacht om op het dak van de boerderij van mijn ouders terecht te komen, dat moest toch vernieuwd worden. Dat hebben we maar niet gedaan, ik ben in het weiland geland.’

Drie jaar geleden kreeg Hank de ziekte van Parkinson. ‘Door het trillen, duurt de voorbereiding nu veel langer, je moet alle spullen keurig bij elkaar zien te krijgen. Ik kan ook niet meer zeven keer op een dag springen, na twee keer moet ik echt uitrusten.’ Springen blijft Hank doen tot hij erbij neer valt. ‘God maakte de wereld in zes dagen, de zevende dag ging hij parachute springen. Als je skydiving opgeeft, ben je oud geworden.’