Categorieën
De Stentor Interviews Journalistiek

Wet passend onderwijs komt eraan

Interview met Jos Fleskes en Bart van Ommeren voor onderwijsbijlage Stentor

Het duurt nog even voordat de Wet passend onderwijs op 1 augustus 2014 in werking treedt. Als gevolg daarvan gaan alle vormen van primair en voortgezet onderwijs samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Jos Fleskes, directeur van twee Regionale Expertise Centra (REC), Oost en Midden Nederland, is blij dat de wet er aankomt en gelooft dat het onderwijs er beter van kan worden. ‘Straks moet ieder kind op school precies de zorg krijgen die het nodig heeft. Als dat de komende jaren lukt, zullen er minder kinderen in de zware zorg terecht komen.’ Wel maakt hij zich zorgen over de voorbereidingen in onderwijsland. ‘Nog niet iedereen heeft in de gaten dat er veel gaat veranderen.´

Aanleiding voor de nieuwe wet is de toenemende zorgvraag van kinderen en jongeren, vooral met psychiatrische en gedragsproblemen (cluster 4, zie kader). In Oost Nederland is die groei het sterkst: 20% boven het landelijk gemiddelde en in Deventer zelfs 36% hoger dan in de rest van het land. Fleskes: ‘We krijgen niet helemaal duidelijk waar die groei door veroorzaakt wordt. Voor een deel komt het omdat we meer weten en diagnoses beter stellen maar, we zien ook dat indicatieaanvragen steeds beter ingevuld worden.´ De REC’s werden in 2002 opgericht om die expertise op te bouwen, de zorg te coördineren en om wettelijk bepaalde toelatingscriteria (indicatiestelling) voor het speciaal onderwijs uit te voeren.

Bart van Ommeren werkte jaren als bedrijfsarts in meer dan tachtig schoolteams. Hij is nu onderwijsconsulent en lid van de indicatie-commissie in Oost Nederland. Hij begeleidt leerlingen en ouders in hun gang naar het speciaal onderwijs. ‘Ik heb niemand kunnen vinden die tegen de gedachtegang van deze nieuwe wet is. Wel vraag ik me af of het tij te keren is door een nieuw model in te voeren. Waarom hebben al die gepassioneerde mensen in het onderwijs dat dan nog niet voor elkaar gekregen?’

Fleskes: ´Er is nu nog een duidelijke scheidslijn tussen speciaal en regulier onderwijs. Je ziet dat het voor onderwijzers binnen het huidige reguliere onderwijs steeds moeilijker wordt om extra zorg aan kinderen te leveren. Er gaan andere krachten spelen als je de verantwoordelijkheid voor alle leerlingen bij de scholen samen neerlegt. Straks moeten ze binnen een samenwerkingsverband en met een budget werken. Dan wordt het belang voor iedereen groter om maatwerk te leveren en dure zorg zo veel mogelijk te vermijden.’
Van Ommeren vraagt zich af of dat gaat lukken. ‘Binnen het onderwijs vind je veel mensen met goede bedoelingen. Toch hebben niet alle onderwijzers het in de vingers om te zien wat kinderen met een extra zorgvraag echt nodig hebben. De vraag is of je dat met een nieuwe wet gaat oplossen.’

Kennis van jonge hersens
De indicatie voor het speciaal onderwijs komt te vervallen maar dat betekent niet dat de scholen verdwijnen. Fleskes verwacht dat 10% van de huidige leerlingen binnen het speciaal onderwijs straks met extra ondersteuning, prima op een reguliere school terecht kan. ‘Nu is het een beetje alles-of-niets door die indicatie. Straks zal binnen de samenwerkingsverbanden veel nauwkeuriger gekeken worden welke zorg een kind precies nodig heeft.‘
Van Ommeren hoopt dat de samenwerkingsverbanden de onafhankelijkheid en deskundigheid die is opgebouwd niet verloren laten gaan. ´Ieder samenwerkingsverband zal zijn eigen karakter krijgen, dat is ook een beetje historisch bepaald. De een zal meer op regels gericht zijn en de ander meer op de uitvoering.´ De samenwerkingsverbanden moeten in november 2013 opgericht zijn en in februari 2014 staan de ondersteuningsplannen op papier. In dat plan legt een samenwerkingsverband vast hoe zij het onderwijs en de zorg gaan inrichten.
Van Ommeren weet wel wat hij daarin centraal wil hebben:´ Zorg dat onderwijzers meer kennis van de ontwikkeling van jonge hersenen krijgen, sta open voor kennis van instanties buiten het onderwijs en doe het vooral samen met ouders.´

KADERS

Hoe zit het nu?
• Ieder kind in Nederland moet van zijn vijfde tot zijn achttiende verjaardag naar school.
• In die periode gaan kinderen naar de basisschool (PO: primair onderwijs) en de middelbare school (VO: voortgezet onderwijs).
• Er zijn nu ongeveer 230 PO-samenwerkingsverbanden en 83 in het VO.
• Kinderen die meer zorg nodig hebben, kunnen naar het speciaal onderwijs (SO) of naar het voortgezet speciaal onderwijs (VSO).
• Deze scholen werken samen in 34 Regionale Expertise Centra (REC).
• Om op het speciaal onderwijs terecht te komen moet een indicatie aangevraagd worden bij een REC. Een onafhankelijke commissie toetst aan de hand van wettelijke criteria of een kind een positieve beschikking krijgt.
• Met een positieve beschikking, kan een kind door naar een van de vier clusters binnen het speciaal onderwijs:
1. leerlingen met een visuele beperking
2. leerlingen met een auditieve beperking en leerlingen met ernstige spraak/taalmoeilijkheden
3. leerlingen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en langdurig zieken
4. leerlingen met een psychiatrische en/of een gedragsstoornis
• De ouders bepalen naar welke school het kind gaat: speciaal onderwijs of met
ondersteuning (rugzakje) binnen het regulier onderwijs

Wat verandert door de Wet passend onderwijs?
• Om passend onderwijs te bieden aan alle leerlingen, gaan reguliere en scholen voor speciaal onderwijs samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden.
• Ieder samenwerkingsverband krijgt een budget op basis van het totaal aantal leerlingen.
• De bestaande samenwerkingsverbanden verdwijnen, zowel in het reguliere als speciale onderwijs. Het Ministerie van OCW heeft een besluit genomen over 75 samenwerkingsverbanden in het primair (speciaal) onderwijs en 75 in het voortgezet (speciaal) onderwijs.
• De indicatiestelling voor het speciaal onderwijs verdwijnt.
• De jaren 2014 – 2018 gelden als overgangsperiode.

Om hoeveel leerlingen gaat het landelijk (2010 – 2011, bron CBS)?
• Regulier primair onderwijs – 1.534.362
• Regulier voortgezet onderwijs – 939.629
• Speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs – 70.000 (2,8 % van totaal) waarvan bijna de helft in cluster 4 (26.000 jongens en 6.000 meisjes).
• Nederland heeft het hoogste percentage kinderen binnen het speciaal onderwijs van Europa.

Leerlingen in Oost Nederland, cluster 4 – totaal 12.400 (bron REC)
Speciaal onderwijs – 2009
Voortgezet speciaal onderwijs- 4441
Op reguliere scholen met rugzakje (ambulante begeleiding) – 5950 leerlingen.

Wat kost het?
Extra budget zware zorg voor een kind op het speciaal onderwijs is € 14.000, -.
Voor een kind met lichte zorg (rugzakje) binnen het reguliere onderwijs is het budget € 7000, -.
Budget per kind in de nieuw samenwerkingsverbanden is afhankelijk van het zorgarrangement.

Meer informatie:
www.passendonderwijs.nl
www.50tien-oudersenrugzak.nl
www.recoost.nl
www.onderwijsconsulenten.nl