Wilpenaar Frans de Valk begon vijfendertig jaar geleden te fietsen om van zijn burnout af te komen. Deze week wordt hij 80 en heeft hij er meer dan 200.000 kilometer opzitten waarvan meer dan een kwart in de laatste vijf jaar. ‘Ik denk eigenlijk nergens aan als ik fiets, dat is ’t em nou juist.’
Bij noordenwind fietst hij zijn ronde via Vaassen en Klarenbeek en bij zuidenwind gaat hij via Dieren. Hoe de wind ook waait, fietsen zal hij. ’s Morgens het huishouden en de boodschappen, ’s middags op de pedalen. In dagboeken houdt hij sinds 1977 de afstanden, tijden en het weer op zijn tochten bij. Op een oudejaarsdag de notitie: eerste lekke band van 2010. De Valk: ‘moet je nagaan, dan heb je er in een jaar 10.000 kilometer mee gereden.’
Het was 1977 toen De Valk in overleg met zijn huisarts ‘overal uitstapte’. Hij was overspannen. Tot die tijd werkte hij als loonwerker en machinist – ik heb alle riolering in Wilp aangelegd – als ober op zo’n 1900 feesten en zat hij in het schoolbestuur, de parochieraad en bij de reservepolitie. ‘Ik werd ziek van al dat werken en was boos, depressief en onrustig. Al lag er een hoop poep achter het huis, ik stapte er gewoon overheen. Dat was niets voor mij, ik had liever mijn beide benen gebroken.’
Om fitter te worden stapt De Valk op de fiets en probeert een rondje Bussloo te rijden. ‘Ik heb het later met een meetwiel opgemeten, dat rondje is 7.775 meter. De eerste keer kwam ik nog niet tot de helft. Dat stuk heb ik daarna honderden keren gereden. Ik fiets nu op mijn gemak vijf rondes.’ De Valk gaat steeds vaker en langer fietsen waardoor zijn conditie opknapt en hij er weer zin in krijgt. ‘Eerder werd ik nooit ergens moe van en in dat fietsen vond ik een nieuwe uitdaging, Het moest steeds harder. Bij mij moet alles nu eenmaal goed gebeuren.’
Na 22 maanden gaat De Valk weer aan het werk en onderhoudt hij tot zijn VUT in 1992 de sportvelden van de gemeente. Omdat het in de winter te koud is op de fiets, begint hij met hardlopen. ‘Ik heb 135 kilometer per week gelopen en deed mee aan halve marathons. Die liep ik in anderhalf uur. Toen ik 65 werd kreeg ik last van mijn knieën en ben ik gestopt met lopen. Alles bij elkaar heb ik zo’n 10.000 kilometer hardgelopen.’
Met fietsen stopt hij nooit. ‘Ik heb iedere dag weer zin om op te stappen en voel me heerlijk als ik weer wat gedaan heb. Door al dat fietsen voel ik me altijd fit en kan ik veel andere dingen blijven doen. De Valk heeft drie fietsen: een gewone voor de winter, de racefiets als het zomer is en een cross racefiets voor het voor- en naseizoen. Een elektrische fiets heeft hij niet nodig. Hij klopt lachend op zijn borst: ‘mijn motortje zit hier.’