Posterenk – De drie juryleden op het podium van de Posterenksche Zondag, leveren uitgebreid commentaar op het dansje van de zevenjarige Vera. Een beetje alsof het Holland’s Got Talent is. Na Vera komt een moppentapper en doen twee zwarte pietjes een dans. Dan is de beurt aan popkoor Breakout.
Zondag werd het evenement rond de Wilpermolen aan de Molenallee voor de tiende keer gehouden en het dorp met 300 inwoners liep er voor uit. Voorzitter Maurits Jansen: ‘We willen hier geen dure bands maar beginnende artiesten uit de buurt.’
De Posterenksche Zondag wordt georganiseerd door de stichting Behoud Wilpermolen en is een voortzetting van de Posterenksche feesten die in de jaren dertig gehouden werden. Jansen: ‘We hebben inkomsten nodig om de molen te onderhouden, daar helpt dit evenement bij. Verder willen we gewoon een leuk en gezellig feest voor het hele dorp organiseren. We hebben dan ook voor iedere leeftijd iets.’
Om ouderen te trekken, hangen in de molen zwart-wit foto’s uit de periode 1930 – 1950. Sonja de Leau haalde die met drie andere vrijwilligers op, bij bewoners die hun hele leven al in het dorp wonen. ‘We willen een beeld geven van het wonen, werken en leven in die periode. Het moeten honderd verhalen bij honderd foto’s worden die we op een site of in een boekje zetten.’
Even voorbij de molen lijkt het erop dat de tienjarige Thijs Smit kampioen Pannekooien gaat worden. Bezweet strijdt hij in een ronde kooi met een andere jongen om de bal. Degene die twee keer scoort of door de benen van de tegenstander schiet (dat is een Pannekooi) wint de ronde. Thijs heeft er 21 op zijn naam staan en dat is geen wonder; hij voetbalt veel en verwacht te eindigen achter in het eerste team van Ajax. Naast de kooi maken andere kinderen schilderijen van graffiti.
Rondom de molen staan naast de friettent en de ijscoboer, kraampjes van de kunstmarkt met sieraden, houtsnijwerk en handgenaaide lappendekens. Grootste trekker blijft de biertap waar het gros van de volwassenen in het zonnetje een pintje drinkt. Jansen lacht: ‘We hebben zestien fusten. Als het goed is, brengen die genoeg geld op om de molen weer een tijdje te kunnen onderhouden.’