[h5]BAM directeur Gerard van Groenewoud wint prijs voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.[/h5]
Deventer – Op zijn tafel staat een enorme pot met Engelse drop. Hij heeft er net drie kilo in gedaan maar die zijn zo verdwenen. ‘Het maakt de drempel lager he, mensen komen makkelijker even binnen om een dropje te halen en dan wordt er van alles besproken.’
Gerard van Groenewoud is sinds 2007 adjunct-directeur ontwikkeling van BAM Woningbouw. Op 5 oktober won hij de ‘ik heb de baan voor jou trofee’ voor de maatschappelijk meest betrokken ondernemer in Deventer. De jury kende hem de prijs toe vanwege zijn aanstekelijke levenshouding en omdat BAM Woningbouw al jaren bezig is met maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). ‘Ik ben mijn hele leven al begaan met mensen, het is echt mijn ding om te helpen.’
In 1983 begon hij als assistent-tekenaar bij het familiebedrijf Vermeulen, de voorganger van BAM Woningbouw. ‘Ik dacht altijd, ik moet de grootste directeur van Nederland worden.’ Hij werkte zich op tot regiodirecteur en werd daarna algemeen directeur bij de bouwbedrijven Plegt-Vos en Moes-Nijhuis. ‘Toen ik baas van directeuren was, bleek dat een eenzaam bestaan te zijn, ik werd er niet gelukkig van.’ Met de functie die hij nu heeft, deed hij een forse stap terug. ‘Iedereen dacht dat ik gek geworden was. Zo’n stap is niet gebruikelijk onder de haantjes in de bouw.’
BAM Woningbouw is een werkmaatschappij van de Koninklijke BAM groep nv. In het Duurzaamheidverslag 2010 beschrijft de groep hoe zij omgaan met mens en milieu. Er wordt in de hele organisatie gewerkt aan duurzaam gebruik van energie en grondstoffen en er is veel aandacht voor de veiligheid en het welzijn van mensen. Als directeur ontwikkeling is Van Groenewoud al jaren bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen. ‘Je kunt wel zeggen dat we onze eigen draai aan het centrale beleid geven. Wij doen het meer mensgericht dan omgevingsgericht.’
Voor zijn eigen medewerkers maakte hij het boekje Werken vanuit je hart. In de inmiddels derde druk schrijft hij: ‘winst maken is logisch, maar doe het met hart voor het welzijn van mensen, binnen en buiten je bedrijf. We vinden het belangrijk om bij te dragen aan een aangename en gezonde omgeving waarin mensen graag willen wonen en werken.’
Dat bijdragen doet Van Groenewoud door maatschappelijke instellingen met geld te ondersteunen. Jaarlijks schrijft hij tussen de twintig en vijfentwintig cheques van tweehonderdvijftig euro uit en de Voedselbank krijg drieduizend euro. Bij elkaar dus zo’n tienduizend euro.
Verder wil hij ieder jaar minstens een persoon aan het werk helpen. Dit jaar liep Bas Nalis met een visuele handicap een HBO-afstudeerstage bij BAM. Vorig jaar werkte een jongen mee als tegelzetter en volgend jaar krijgt iemand een half jaar baangarantie om als energiecoach te werken.
Ook wil Van Groenwoud bewoners bij de bouwplaats betrekken. ‘We bouwen minder nieuwe huizen en doen meer aan renovatie. Opdrachtgevers willen dat er duurzaam gerenoveerd wordt en de leefomgeving is belangrijk. Niet dat we nu allemaal geiten-wollen-sokken-welzijnsmedewerkers zijn, maar we kijken wel verder dan onze neus lang is. Kan bijvoorbeeld iemand de keet bewaken of zijn er veel jeugdwerkelozen in de wijk en kunnen we daar wat mee?’
Hij wil wel meer doen voor werklozen, maar dan moet er meer werk komen. ‘Nu hebben we het zweet voor de kop staan om iedereen aan de gang te houden die we in dienst hebben. Daarom hamer ik op die vijf procentregeling.’
In deze regeling moeten ondernemingen die voor het Rijk werken aantonen dat zij vijf procent van het werk laten doen door mensen die graag willen werken, maar steeds buiten de boot vallen; mensen met een vlekje. ‘Vorige week sprak ik Job Cohen op een bijeenkomst hier in Deventer en heb hem gevraagd om meer op die regeling te drukken, ook voor de bouw. Hij heeft het meegenomen en ik word er nog over gebeld.’
Van Groenewoud erkent dat de resultaten bescheiden zijn. ‘Toch is er sprake van veel exposure, onze houding heeft een enorme uitstraling. In het begin zeiden mensen tegen me: “jij werkt bij het verkeerde bedrijf man, het kan helemaal niet wat je doet.” Nu merk je dat we ons hierdoor steeds meer onderscheiden. We doen dit omdat we het zelf belangrijk vinden maar het helpt natuurlijk mooi mee om een bepaalde positie in de markt te krijgen waardoor we eerder gevraagd worden of opdrachten krijgen.’