Voorst – Drievoudig wereldkampioen ringsteken Rein Hazelaar, laat zich zondag op het Open Air Festival in Voorst niet door een paar druppels uit het veld slaan. Zelfs als het met bakken uit de hemel komt, blijft hij breed grijzend doorrijden op zijn koets met twee Shetlandpony’s ervoor. Naast hem op de bok, spant de achtjarige Annabel zich tot het uiterste in om alle drie de ringen om haar stok te krijgen. Achter in de koets juichen de andere kinderen haar toe. ‘Hazelaar: ‘Eigenlijk horen de ringen 25 meter van elkaar te staan en moeten de Shetlands in galop minstens 13 kilometer per uur halen. Maar vandaag is het voor de lol, dus nemen we het niet zo nauw.’
Het Open Air Festival in Voorst beleefde dit jaar zijn zesde editie. Organisator en ondernemer Jan Bos begon ermee omdat hij iets wilde doen voor een goed doel. Hij benaderde andere ondernemers, richtte de stichting Evenementen Voorst op en het Festival was een feit. Bos: ‘Dit jaar zamelen we geld in voor Indiase zwerfkinderen, ik hoop op zo’n duizend euro. Het mooiste vind ik dat iedereen belangeloos meewerkt. Bewoners, artiesten en ondernemers dragen hun steentje bij. Er blijft niets aan de strijkstok hangen zodat er zoveel mogelijk naar het project in India kan.’
Het Festival werd van vrijdag tot en met zondag gehouden in het kleine Lugtmeijerplantsoen. Dat ligt met zijn muziekkoepel, midden in een woonwijk van Voorst. Door de hele wijk zijn zondag drie accordeons met de dertig donkere mannenstemmen van het Oosterhuuzens Dialectkoor te horen. In zwaar Oost Veluws accent zingen ze over ‘De vrieje vlinder’. In de tent op het grasveld zingt en deint het publiek mee; zittend op houten banken, regenjassen aan en paraplu’s tussen de knieën geklemd. Terwijl de band Edge tussen de buien door instrumenten het podium opsjouwt, begint het koor aan hun laatste nummer ‘Ut kleine café an de haven.’ Bos: ‘Je kunt in deze buurt geen houseparty organiseren, het moet wel een beetje dorps blijven.’
Volgens de organisatie trok het festival op zaterdagavond de meeste mensen. ‘Ergens tussen de 100 en 150’, schat Bos, ‘we hadden natuurlijk wel een beetje concurrentie van Deventer Op Stelten.’