Categorieën
Journalistiek Reportages

IJsselloop maakt van Deventer hardloopstad

Deventer – Vlak voor de start van de vijf kilometer is de monteur van Bos Installaties druk in gesprek met de verpleegster van het Deventer Ziekenhuis. Na het startschot van sportwethouder De Jager duurt het wel drie minuten voordat alle atleten vanaf de Brink de Keizerstraat in zijn. Monteur en verpleegster verdwijnen samen in het peloton hardlopers waaronder zowel getrainde atleten als recreanten. ’Al verzet je de rest van het jaar geen stap, hier ben je erbij’ weet Arjan Prent van het bedrijfsteam Interstap

 

Op de Brink eet het andere deel van Deventer ijsjes of drinkt het bier op een terras in de zon. Door het wervelende wedstrijd-commentaar van spreekstalmeester Henk Borgmeijer – wees trots kleine man dat je het volbracht hebt – geniet je zelfs met je ogen dicht. Na vijftien minuten en vijfenveertig seconden vestigt Hans Dilling een nieuw parcoursrecord op de vijf kilometer. Bernard te Broekhorst pakt de tien kilometer op 32.22 minuut en later op de dag finisht Shayne Rookhuyzen met zijn vinger wijzend naar de hemel. De Zuid Afrikaanse atleet eert met zijn winst van 56.40 minuten op de Engelse mijl (16,1 kilometer ) een overleden vriend.

 

Deventer voelt zich na de zesde editie van de IJsselloop een echte hardloopstad. Met drieduizend deelnemers lijkt dat terecht. Er deden honderdvijftig bedrijventeams mee aan de IJsselloop waarvan de meeste uit Deventer en omgeving komen: advocaten lopen naast fysiotherapeuten en ambtenaren met bouwvakkers. Het is zelfs voor de organisatie niet helemaal duidelijk wat deze loop zo populair maakt. Het bestuur houdt een enquête om daar achter te komen.

 

Net na de finish staat Arjan Prent rood en bezweet in een lange rij atleten te wachten op een gratis ijsje van Talamini. Door de digitale chip in het startnummer weet hij direct zijn eindtijd: 30,3 op de vijf kilometer. ‘Dat ik me een atleet voel is misschien wat veel gezegd’ vindt hij. ‘Maar, toen ik thuis beweerde dat meedoen belangrijker is dan winnen moesten ze wel erg hard lachen.’