Categorieën
De Stentor Journalistiek Reportages

Kinderen Nieuwe Markt herenigd

Deventer – ‘Jongens en meisjes van de Nieuwe Markt, mag ik jullie aandacht?’ Het duurt even voordat het vrolijke gekwebbel stilvalt en Herman Schuitert de reünie officieel kan openen. ‘We hebben geen programma maar stijf op de bank blijven zitten is niet de bedoeling, we moeten wel een beetje gaan vlinderen.’ En dat doen ze, de elf vrouwen en acht mannen die dinsdagochtend bij elkaar kwamen in café Dikke van Dale. Allemaal woonden ze voor en tijdens de oorlog op en rond de Nieuwe Markt. Op 15 december 1944 nam hun leven een dramatische wending toen de Nieuwe Markt gebombardeerd werd. ‘De ene dag speelden we nog verstoppertje onder de grote lantaren, een dag later was alles verdwenen.’

Het is voor het eerst sinds 68 jaar dat Kitty Diesfeldt (77) en Annie Kamp (76) elkaar vandaag zien. Ze krijgen er allebei kippenvel en koude rillingen van.  De meisjes liepen op die bewuste middag in ’44 samen naar de uitverkoop bij Alma, een winkel voor speelgoed en galanterieën, toen het luchtalarm afging. Kitty nam Annie bij de hand en ze vonden een schuilplaats in de kelder van de slager. Annie: ‘In die kelder van de slager ging alles heen en weer. Oh, wat was ik bang.’ Kitty: ‘Toen het weer helder werd, zijn we samen naar huis gelopen. Alles was verbrand en lag in puin, overal waren lijken. Ik ben met jou ergens gaan zitten maar opeens was je weg. Ik wist niet waar naartoe, daar heb ik lang last van gehad. Annie: ‘Ik stond in de Hofstraat en zie nog steeds het paard dat daar dood lag. Toen was ineens mijn vader daar. ‘Zo, dat is er één’ zij hij.’

Met haar wilde grijze haren en stralend blauwe ogen heeft Mieke Kreeftenberg –van der Meij (80) iets meisjesachtigs. Samen met Schuitert nam zij het initiatief om de kinderen van de Nieuwe Markt bij elkaar te halen. De aanleiding was een adresboekje dat vorig jaar tevoorschijn kwam uit de kluis in het kantoor van Feberwee.  Dik Leemkuil vond het boekje waar veel namen en adressen van oude bewoners instonden. ‘Het waren tussen de twintig en dertig kinderen die daar met elkaar speelden en alles met elkaar deelden. Door dat bombardement zijn ze letterlijk uit elkaar geslagen. Vreemd genoeg is dat ook wat ons bindt, we hebben dat samen meegemaakt.’

Het huis van Martin Meijer (75) was boven de dansschool van Maup van Spiegel.  Hij kreeg met zes andere jongens thuis les toen de bommen op de Nieuwe Markt vielen. Martin haalde de schuilkelder en het hele gezin Meijer bleef ongedeerd. ‘Ik heb toen wel al die lijken gezien maar daar heb ik niets aan overgehouden hoor.’  Tijdens het tweede bombardement in februari woonde Martin op de Gieterijstraat. ‘Daar zijn we opgegraven uit de kelder. Ik ben toen van schrik samen met mijn zusje weggelopen en opgevangen door Bakker ten Winkel.  Tien jaar geleden kwamen we elkaar bij toeval tegen. Die ontmoeting deed ons allebei veel en dat raakt me tot vandaag’ slikt Meijer.

In het café gaan de fotoboeken rond en zitten de eerste reünisten aan het bier. Er wordt veel gepraat en vooral veel gelachen. Schuitert: ‘Joeke Schuurman kan er nu niet bij zijn maar hij wil voor volgend jaar zijn boot beschikbaar stellen. Er wordt instemmend gejuicht: ‘Dan moet het wel een grote boot zijn!’