Categorieën
Verhalen

Nooit meer een ander zijn

Ze stapt de trein in en klimt de trap op naar de bovenste verdieping. Ze neemt een alleenstaande stoel. Ze glundert door het raam heen en zwaait bescheiden naar mij, dat hoeven andere passagiers niet te zien. We voeren onze rituelen uit waarmee we elkaar laten weten hoe zeer we verbonden zijn, ongeacht de afstand die er is. Dan is ze weg en begint haar eerste scholierenfeest. Dat heet geen schoolfeest meer in haar leven.

Haar outfit moet zwart en wit zijn en vooral ‘be yourself’. Dit motto komt van Rosa uit de populaire meidenboeken Hoe overleef ik .. van Francine Oomen. ‘Hoe zit dat dan’ begin ik die middag, terwijl mijn dochter in haar zwart en wit voor de spiegel flaneert. “Hoe weet je of je yourself bent’. ‘Jezus mam’ ze draait haar ogen helemaal naar boven ‘dat weet je dus gewoon, dat je niet iets gaat doen om een ander te pleasen,dat je dan dus echt heel erg niet chil bezig bent’.

Ben je niet jezelf als je een ander probeert te pleasen? Dan ben ik mooi in de aap gelogeerd. Ik please mijn leven al anderen met wisselend succes. Om te beginnen heb ik mijn moeder jarenlang om de tuin weten te leiden omtrent mijn rookgedrag. Na het roken van veel heerlijke sigaretten, verkauwde ik voordat ik thuis kwam twee pakjes Stimorol kauwgom en schrobde mijn handen tot de vellen erbij hingen. Zo’n patroon zet zich door tot op de dag van vandaag. Heb ik de stukken van de vergadering niet gelezen? Dan knik ik ter tafel wat vriendelijk om me heen bij zinloze argumenten die ik van anderen hoor. Wil ik mijn ondergoed bij de Hema ruilen als ik het bonnetje kwijt ben? Dan hoor ik de tirades van de kassajuffrouw glimlachend aan terwijl ik haar in mijn fantasie in een kamp ter rechterzijde van Wilders plaats.

In 1998 verloor ik mijn hart aan een ander dan mijn echtgenoot. De hartstocht duurde een week en juist in die week hadden Acda en de Munnick een grote hit met het lied Ik ben mezelf niet of al die jaren niet geweest. Het is een lied vol hartstocht voor een ander dan waar ze mee getrouwd zijn. Ik zong dat lied die week dagelijks uit volle borst mee totdat mijn echtgenoot mij de vraag toeschreeuwde. ‘Wat is het nou, ben je jezelf nú niet of ben je dat al die jaren niet geweest?!’. Er was in die toestand geen antwoord te bedenken waarmee de situatie tot bedaren gebracht kon worden. Wie anders zou ik kunnen zijn dan mijzelf?

Jezelf zijn, tot jezelf komen , worden wie je bent, jezelf (terug) vinden; er trekt een bonte stoet voorbij als het over jezelf gaat. Een mooie, bonte stoet waar ik veel plezier aan beleef: boeken, weekenden, seminars, zweethutten en kloosterretraites, meditaties en yoga, ik doe er vol overgave aan mee. Kom ik nu meer tot mezelf? Al jarenlang zoek ik naar die hoofdprijs. en zo nu en dan haal ik de shortlist.

Ik raakte op mijn gemak toen ik het prachtige kleine boekje over de Strijders van licht van Paulo Coelho las. Het bevat levenswijsheden onder het motto ‘ik ben een strijder, geen wijs man”. Coulho weet in piepkleine hoofdstukjes kernachtig weer te geven dat je nooit een ander kan zijn dan jezelf. Strijders van het licht staan in de wereld, maken er deel van uit, en werden naar de aarde gezonden met rugzak noch sandalen. Vaak zijn ze laf, en ze handelen niet altijd juist. Strijders van het licht begaan dwaasheden waar ze onder lijden, en houden zich met onbeduidende zaken bezig. Ze achten zichzelf niet in staat te groeien, denken soms dat hun geen enkele zegening of wonder toekomt. Strijders van het licht vragen zich regelmatig af wat ze hier eigenlijk doen. Vaak vinden ze dat hun leven geen zin heeft. Daarom zijn het strijders van het licht. Omdat ze dwalen. Omdat ze vragen stellen. Omdat ze een zin blijven zoeken. En die uiteindelijk vinden.

We rijden samen naar het station en zij heeft haar armen om mijn middel heen geslagen. ‘Als je niet jezelf bent, wie ben je dan wel?’ vraag ik haar. ‘Ja Jezus mam!’ ik weet dat ze haar ogen op dat moment helemaal naar boven draait. ‘Doe niet zo moeilijk, wees gewoon jezelf’.